Het komt vaker voor dan we denken: een werknemer die na een lange periode van ziekte eindelijk weer aan het werk gaat, om vervolgens opnieuw ziek te worden. Voor werkgevers kan dit een financiële en organisatorische uitdaging zijn. In dit artikel bespreken we de situaties waarin werkgevers opnieuw geconfronteerd worden met een loondoorbetalingsverplichting en hoe ze deze risico’s kunnen beheersen.
Hersteld voor eigen werk
Wanneer een werknemer hersteld is voor zijn eigen werk en vervolgens opnieuw ziek wordt, begint voor de werkgever opnieuw een periode van 104 weken loondoorbetaling. Dit geldt nadat de werknemer langer dan 4 weken hersteld is gemeld. Iemand is hersteld voor het eigen werk als de inzet, het tempo en de kwaliteit van het werk weer op het niveau zijn van voor de ziekmelding.
Nieuw bedongen arbeid
- Worden de werkzaamheden uitgevoerd in het kader van het re-integratietraject?
- Heeft de werknemer een opleiding gevolgd om de werkzaamheden te kunnen doen?
- Is er zicht op terugkeer naar eigen werk (binnen een redelijke termijn)?
- Hoe lang voert de werknemer deze werkzaamheden al uit? En stond de aard en omvang van de werkzaamheden ter discussie?
Nieuw contract
Hoe voorkom je een nieuwe loondoorbetalingsverplichting?
Hoewel het niet altijd mogelijk is om een nieuwe loondoorbetalingsverplichting te voorkomen, zijn er wel stappen die werkgevers kunnen nemen om risico’s te beperken. Dit geldt vooral rondom het thema nieuw bedongen arbeid. Het is essentieel om duidelijke afspraken schriftelijk vast te leggen. Tijdens de re-integratieperiode van 104 weken kan je in de evaluaties die je met de werknemer hebt telkens vastleggen dat de passende werkzaamheden aangeboden worden in het kader van de re-integratie en dat het einddoel van de re-integratie terugkeer eigen werk is.
Blijf communiceren met de werknemer over het doel van de re-integratie en laat dit ook vastleggen door professionals zoals de bedrijfsarts en arbeidsdeskundige.
Na de WIA-beoordeling kan je de re-integratieactiviteiten voortzetten. De werknemer werkt op dat moment nog steeds in het passende werk en krijgt de uren betaald die hij werkt. Ook na de wachttijd blijf je de re-integratie met je werknemer evalueren en leg je telkens opnieuw vast dat het einddoel nog steeds terugkeer naar eigen werk is. Laat ook de bedrijfsarts periodiek de beperkingen en mogelijkheden in kaart brengen. Wanneer een werknemer opnieuw uitvalt, stopt daarmee ook de loondoorbetaling. Een werknemer kan in dat geval aankloppen bij het UWV.